Wednesday, 12 November 2025

Van Doesburg in Drachten

Een bijdrage van gastblogger Marcel de Bruijn

Soms komt er een project op je pad dat alles samenbrengt: vakmanschap, geschiedenis, persoonlijke fascinatie en een vleugje magie. Voor mij was dat het moment in 2019 waarop ik werd gevraagd replica's te maken van de beroemde glas-in-loodramen van Theo van Doesburg — een opdracht die me dichter bij mijn favoriete kunststroming bracht dan ik ooit had durven dromen.

Het begon allemaal met een bezoek aan museum Dr8888 in Drachten in het voorjaar van 2019. Ik was daar uit pure interesse, aangetrokken door de collectie rond De Stijl. De Stijl, met zijn strakke lijnen, primaire kleuren en radicale eenvoud, heeft me altijd gefascineerd. Drachten heeft een bijzondere connectie met deze stroming: in oktober 1920 kreeg Theo van Doesburg van gemeentearchitect Cornelis Rienks de Boer de opdracht om glas-in-loodramen te ontwerpen voor de nieuwe Rijkslandbouwwinterschool aan de Torenstraat. De Boer ontwierp het gebouw en schakelde Van Doesburg in voor een totaalconcept: naast de ramen ontwierp hij ook het kleurenschema voor het interieur met secundaire kleuren als oranje, violet en groen. Voor de omliggende middenstandswoningen in de Papegaaienbuurt adviseerde hij gevelkleuren in primaire tinten — rood, geel en blauw — waarmee architectuur en kleurgebruik volledig werden geïntegreerd in de geest van De Stijl.

De glas-in-loodramen die Van Doesburg ontwierp — bekend als De Grote Pastorale en De Kleine Pastorale — verbeelden gestileerde scènes van landarbeid: spitten, zaaien, maaien en rooien. Ze waren specifiek bedoeld voor deze school en vormden een visuele ode aan het agrarische onderwijs. Het grote raam bevond zich boven de hoofdingang aan de Torenstraat, het kleinere aan de Houtlaan. Inmiddels zijn de ramen niet meer publiek toegankelijk, want het gebouw is nu een woning.

Klik of tik op een foto om deze te vergroten.

Het museum wilde ze echter opnieuw tot leven brengen — en daar kwam ik in beeld. Tijdens mijn bezoek raakte ik in gesprek met medewerkers van het museum. Mijn enthousiasme voor De Stijl en mijn ervaring als glazenier sloegen aan. Al snel ontstond het idee om de ramen te reconstrueren in de geest van het televisieprogramma Het Geheim van de Meester: zorgvuldig onderzoek doen naar het origineel en vervolgens een replica maken die tot in detail klopt. Een droomopdracht.

De eerste stap was het bestuderen van de originele ramen. Samen met de curator onderzocht ik in de zomer van 2019 de glas-in-loodpanelen in de voormalige landbouwschool. We ontdekten verrassende verschillen met de ontwerptekeningen — zelfs enkele restauratiefouten. De huidige bewoner keek verbaasd toe: hij had die details nooit eerder opgemerkt. Voor mij was het een moment van kippenvel. Ik kende de ramen al uit boeken en had er in 2016 twee in verkleinde vorm nagemaakt, maar om er nu echt voor te staan, in al hun glorie … dat was indrukwekkend.


Daarna begon de zoektocht naar het juiste glas. In augustus 2019 bezocht ik glashandel Fenix in Hilvarenbeek. Veel kleuren en structuren zijn niet meer leverbaar; sommige fabrieken zijn zelfs gestopt met de productie van gekleurd glas. Toch slaagden we erin monsters te vinden die dicht bij het origineel kwamen. Terug in Drachten bleek dat we raak hadden geschoten. Het museum besloot ondanks de hogere kosten te kiezen voor traditioneel met de mond geblazen glas; een keuze voor kwaliteit en authenticiteit.


In september 2019 mat ik de ramen nauwkeurig op en maakte werktekeningen. Van sommige ramen bestaan geen Nederlandse ontwerptekeningen meer — die hangen in musea in Duitsland zoals het Bauhaus-Archiv in Berlijn. Door alles zelf op te meten kon ik de snijmaten exact bepalen. Het glas werd besteld bij een Duitse fabrikant, die op basis van onze monsters de best passende platen selecteerde. Sommige platen kostten €320 per stuk (exclusief btw), dus snijden vereiste opperste concentratie. Mijn motto: niet twijfelen, gewoon snijden.


De replica's waren in november 2019 te zien tijdens de Bauhaus-tentoonstelling in museum Dr8888. Een passende plek, want Van Doesburg had nauwe banden met Bauhaus. In 1921 gaf hij avondlessen in Weimar, Duitsland, al werd hij er door zijn eigenzinnige karakter nooit officieel docent. Toch drukte hij zijn stempel op deze invloedrijke opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten, die in 1919 werd opgericht door de Duitse architect Walter Gropius, die ervan overtuigd was dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden en dat dat uiteindelijk zou leiden tot een betere wereld.


Voor mij was dit project meer dan een technische uitdaging. Het is een eerbetoon aan een kunstenaar die me inspireert, een kans om mijn ambacht te verbinden met kunstgeschiedenis, en een manier om iets blijvends te creëren. Zo dicht bij De Stijl ben ik nog nooit geweest — en misschien kom ik er ook nooit meer zo dichtbij.


De ramen zijn nog steeds opgenomen in de vaste collectie van het museum. Ze gaan een prominente rol krijgen in de uitbreiding van het museum die binnenkort van start gaat.


Van het maakproces van de reproductie van de glas in lood ramen van De Grote Pastorale van Theo van Doesburg maakte mijn schoonzoon Gregory Asmawidjaja onderstaande video.

Tuesday, 11 November 2025

Star-cross'd lovers

De tragedie Romeo and Juliet van William Shakespeare opent met een proloog die meteen de toon zet voor het hele stuk. Deze proloog is geschreven in de vorm van een Shakespeareaans sonnet: veertien regels met het rijmschema abab cdcd efef gg. De keuze voor deze vorm is niet toevallig. Het sonnet, traditioneel verbonden met de liefdeselegie, past perfect bij een drama waarin hartstocht en noodlot hand in hand gaan. Tegelijkertijd biedt het vaste metrum — de jambische pentameter — een plechtige, ritmische cadans die de woorden een bijna orakelachtige kracht geeft.

Two households, both alike in dignity,
In fair Verona, where we lay our scene,
From ancient grudge break to new mutiny,
Where civil blood makes civil hands unclean.
From forth the fatal loins of these two foes
A pair of star-cross'd lovers take their life;
Whose misadventur'd piteous overthrows
Doth with their death bury their parents' strife.
The fearful passage of their death-mark'd love,
And the continuance of their parents' rage,
Which, but their children's end, nought could remove,
Is now the two hours' traffic of our stage;
The which if you with patient ears attend,
What here shall miss, our toil shall strive to mend.

Bij twee families, nobel en gezeten,
(Verona is ons glanzend schouwtoneel)
Barst nieuw geweld los uit een oude vete,
En burgers vliegen burgers naar de keel.
Uit bloeddoordrenkte lendenen creëren
De kampen twee geliefden die, misleid
door lot en sterren, jammerlijk kreperen:
Hun dood begraaft de ouderlijke strijd.
De loop van hun ten dode opgeschreven
Romance, van rancune die moest duren
Tot kinderen betaalden met hun leven,
Toont ons toneel u nu een aantal uren.
Schenk ons uw aandacht. Valt er iets te laken,
We zullen het proberen goed te maken.
vertaling van Gerrit Komrij
 
Inhoudelijk is de proloog opmerkelijk omdat Shakespeare daarin het hele verhaal al verklapt. De toeschouwer verneemt direct dat twee jonge geliefden uit rivaliserende families — de Montagues en de Capulets — elkaar zullen liefhebben, maar dat hun liefde zal eindigen in de dood. De verteller spreekt over "a pair of star-cross’d lovers", geliefden van wie het lot door de sterren al is vastgelegd.

Waarom Shakespeare deze keuze maakt, lijkt op het eerste gezicht vreemd: waarom spanning wegnemen nog vóór het begin van het verhaal? Het antwoord ligt in de tragische structuur en de theatrale conventie van zijn tijd. Door het einde vooraf te onthullen, verschuift de aandacht van de vraag wat er zal gebeuren naar hoe en waarom het gebeurt. Het publiek weet dat de geliefden gedoemd zijn — de ware spanning ontstaat uit het zien van hun pogingen om aan dat lot te ontkomen.

Daarnaast vervult de proloog de functie van een koor, zoals in de klassieke Griekse tragedie. Het leidt het publiek binnen in de wereld van Verona, schetst de maatschappelijke context van de familievete en roept een gevoel van een onafwendbaar noodlot op. Zo wordt de proloog niet slechts een samenvatting, maar een poëtische voorspelling: een kleine tragedie in zichzelf.


1–2. "Two households, both alike in dignity, / In fair Verona, where we lay our scene,"
Shakespeare opent met het plaatsen van de scène: twee adellijke families van gelijke status — de Montagues en de Capulets — wonen in de stad Verona. Meteen klinkt er een formele, bijna afstandelijke toon: we zijn getuige van een verhaal over eer en sociale status.

3–4. "From ancient grudge break to new mutiny, / Where civil blood makes civil hands unclean."
Een oude vete tussen deze families laait opnieuw op ("ancient grudge" → "new mutiny"), en dit conflict besmet de hele stad. Het woord "civil" verwijst zowel naar burgers als naar beschaving — ironisch, want het burgerbloed dat vloeit, maakt hun "civil hands" juist onrein.

5–6. "From forth the fatal loins of these two foes / A pair of star-cross'd lovers take their life;"
Uit deze vijandige families worden twee kinderen geboren — Romeo en Juliet — wier liefdeslot al door de sterren (het noodlot) is bepaald. "Fatal loins" benadrukt zowel geboorte (uit de schoot) als de onvermijdelijke dood.

7–8. "Whose misadventur'd piteous overthrows / Doth with their death bury their parents' strife."
Hun ongelukkige, tragische lot ("misadventur'd piteous overthrows") beëindigt uiteindelijk de familievete. Pas door hun dood wordt vrede hersteld.

9–12. "The fearful passage of their death-mark'd love, / And the continuance of their parents' rage, / Which, but their children's end, nought could remove, / Is now the two hours' traffic of our stage;"
De verteller legt uit dat het stuk dat de toeschouwers gaan zien, precies dit verhaal vertelt: de loop ("passage") van een door de dood getekende liefde, de aanhoudende woede van de ouders, en hoe alleen de dood van de geliefden daar een einde aan maakt.

13–14. "The which if you with patient ears attend, / What here shall miss, our toil shall strive to mend."
Het koor sluit af met een uitnodiging aan het publiek: als jullie aandachtig luisteren, zullen we alles wat de proloog niet vertelde, in het spel verder uitwerken.

+++

Ik heb Romeo and Juliet vele malen behandeld en zelfs door leerlingen laten spelen tijdens literatuurlessen aan mijn 5havo klassen van het Zaanlands Lyceum in Zaandam. Ter illustratie toonde ik fragmenten uit populaire verfilmingen van het drama.

De film Shakespeare in Love (John Madden, 1998), waarin het toneelstuk Romeo and Juliet centraal staat, is bijzonder geschikt om leerlingen te tonen hoe de Elizabethaanse theaterwereld functioneerde. Ik kon vertellen over de opbouw van het Globe Theatre – open lucht, geen decor, publiek rondom het podium; de rol van het publiek – luidruchtig, betrokken, soms zelfs storend; de status van toneelspelers – acteurs werden niet altijd serieus genomen en vrouwen mochten niet optreden; het gebruik van soliloquies en asides; en het repetitieproces en het schrijven van stukken – improvisatie, tijdsdruk en creativiteit.


Hieronder het fragment uit deze film waarin een stotterende (!) acteur de proloog van Romeo and Juliet moet uitspreken. Uiteindelijk loopt het gelukkig goed af.


Romeo+Juliet (Baz Luhrmann, 1996) is een van de bekendste en meest vernieuwende adaptaties van Shakespeare's toneelstuk. Luhrmann verplaatste het verhaal uit het 16e-eeuwse Verona naar een moderne, fictieve stad Verona Beach in de Verenigde Staten. Hoewel de dialogen identiek zijn aan Shakespeare's tekst, is alles visueel eigentijds: zwaarden zijn vervangen door pistolen met merknamen als Sword 9mm, de families Montague en Capulet zijn rivaliserende zakenimperiums, er zijn auto's, neonreclames en MTV-achtige beelden, en de soundtrack bestaat uit pop en rock.


Hieronder het fragment uit deze film waarin de proloog wordt uitgesproken. Mijn leerlingen gingen altijd rechtop zitten als ik dit liet zien. Dit was anders dan anders!


Was de adaptatie van Luhrmann dan ook favoriet bij mijn leerlingen? Nee! Het heeft mij altijd verbaasd dat zij vrijwel zonder uitzondering de versie van Franco Zeffirelli uit 1968 prefereerden. Zou dat komen doordat de meisjes in mijn klassen en masse verliefd werden op de ten tijde van de opname van de film 16-jarige Leonard Whiting (Romeo) en de jongens massaal vielen voor de destijds 15-jarige Olivia Hussey (Juliet), die zelfs heel even een blote borst laat zien? Dat zou kunnen, maar de opmerking van een van mijn leerlingen dat "een Shakespeare toneelstuk er zo uit moet zien" snijdt denk ik meer hout.

Regisseur Franco Zeffirelli koos namelijk voor een klassieke verfilming van het stuk. Hij staat bekend om zijn realistische en visueel rijke stijl, en in deze productie brengt hij het tragische liefdesverhaal tot leven in een sfeervolle renaissancesetting. De film combineert trouw aan Shakespeare's taal met een toegankelijke en emotionele speelstijl, ondersteund door prachtige Italiaanse locaties en muziek van componist Nino Rota.


Hieronder het begin van de film met de proloog en een deel van de eerste akte.



Meer * More * Más
➽ Shakespeare en ik / DVD's
➽ Shakespeare en ik / Verhalen

Saturday, 8 November 2025

Van de Seine naar de Zaan

Een bijdrage van gastblogger Martina van Campen

Het valt niet iedereen op, maar rivierennamen zijn vaak gelijkluidend. Zo zijn er de Don en de Donau, de Dnjepr en de Dnjestr, de Seine en de Zaan.

Dat overdacht ik toen ik op vakantie in de Bourgogne in de buurt kwam van de bron van de Seine, waar een klein heiligdom is gewijd aan de Keltische godin Sequana. Zij werd vereerd als een helende watergodin, beschermster van de bron van de Seine. Haar naam leeft voort in de huidige naam van de rivier: Sequana werd Seine. Haar cultus toont hoe sterk rivieren als heilig en leven schenkend werden gezien in de Keltische wereld.

Klik of tik op een foto om deze te vergroten.

De Seine kennen we goed als achtergrond van een romantische wandeling door het hart van Parijs als een brede, traag stromende en nogal vervuilde rivier. President Emmanuel Macron wilde hem graag een beetje schoner hebben voor het onderdeel open water zwemmen tijdens de Olympische Spelen van 2024.


Ik ken de Seine ook van mijn vakanties in de Champagne. In de buurt van Troyes, in het departement Aube in het zuiden van de Champagne waar de basis voor alle grote merken champagnes uit het noorden te vinden is, is de Seine nog doorwaadbaar. De rivier is hier hoogstens vijf meter breed, met fijne plekken om te zwemmen of te kanoën. Er is veel groen langs de oevers; in de zomer is dit echt mon petit paradis au soleil. Het water is koud, het stroomt daar snel, en je moet oppassen om niet weg te drijven. Françaises wagen zich er niet aan, maar een Hollandse vrouw als ik die de temperaturen van de Noordzee gewend is, draait er haar hand niet voor om.

De Seine bij Verrières - aan het begin van haar loop.

La Seine vue du quai des Grands-Augustins.
Albert Marquet, omstreeks 1906, Parijs.
Het schilderij bevindt zich in Troyes (Aube) - Musée d'Art Moderne.

In Frankrijk zijn er meer rivieren die naar Sequana genoemd zijn. De Saône, net als de Seine een grote rivier (un fleuve) die naar zee stroomt, de zijrivier La Saâne in het departement Seine-Maritime in Normandië, de Saane vinden we ook terug in Franstalig Zwitserland, en dan zijn we toch qua klank dichtbij onze Zaan van Zaandam, Westzaan, Oostzaan, Koog aan de Zaan en Zaandijk.

Chalon-sur-Saône.

De rivier de Zaan in mijn eigen woonomgeving is nog veel vervuilder dan de Seine en wordt drukker bevaren over zijn gehele loop. De Zaan is hoogstens geliefd bij roeiers, voor een picknick op de oever en een tochtje op het water.

Is het een echte rivier? Daar zijn verschillende meningen over; sommigen noemen het een veenstroom. In ieder geval stroomt onze Zaan, en wel van noord naar zuid.


De Zaan is een economisch belangrijke vaarweg. Al in de tijd van de zaagmolens voerde de rivier het hout voor de Amsterdamse industrie aan. De Amsterdamse gilden wilden geen met wind aangedreven industrie; men vond dat dat banen kostte. Dus ging die nijverheid naar de Zaanstreek. Tegenwoordig is de Zaan nog altijd de belangrijkste aanvoerweg voor de cacao uit Amsterdam, de grootste cacaohaven ter wereld. De juten zakken vol met cacao worden in Amsterdam uit bulkcarriers overgeladen naar kleinere elektrische schepen en vinden zo hun weg naar Cacao de Zaan en andere fabrieken langs de rivier waar de bonen uit Ghana, Ivoorkust of Ecuador worden gebrand en verwerkt tot cacaopoeder, een proces dat de Zaanstreek zijn kenmerkende geur heeft gegeven.


Tijdens een verfrissend bad in de Seine bij Troyes schoot dit alles door mijn hoofd en ik wilde meer weten over de link tussen de naam Sequana en de namen van rivieren als de Seine, de Saône en de Zaan. De wetenschappelijke artikelenbank Academia bood uitkomst. Ik gaf als zoekterm 'riviernamen in Europa' in en vond niet alleen informatie over Sequana maar ook een artikel dat ging over de godin Sigyn uit de Noorse mythologie. Net als Sequana wordt zij geassocieerd met water of heling. Zij is een noordelijke tegenhanger van Sequana, en ook haar naam of varianten ervan zijn terug te vinden in namen van rivieren of bronnen, zoals de Sieg en de Saale in Duitsland.

Het artikel van Academia laat ook een interessant etymologisch verband zien tussen de namen Sequana en Sigyn en de Indo-Europese wortel 'sei̯k', dat 'stromen' betekent. Als geboren Amsterdamse ken ik dat woord maar al te goed. Wij zeggen 'zeiken', 'plassen', of overdrachtelijk 'een eind heen ouwehoeren om te zeuren': "Ah, mán, leg niet zo te zeiken."

En zo brengen de Keltische Sequana en de Noorse Sigyn de Amsterdamse man de plaskrul, de Zaanse voedingsindustrie het godsgeschenk chocola, en ons in de Zaanstreek de kenmerkende geur van cacao.

Thursday, 6 November 2025

My Lai

Op 16 maart 1968 kwam de zon vroeg op boven de rijstvelden van het dorp My Lai in Vietnam. Het was een warme ochtend, de lucht zwaar van vocht en stof. In de hutten van het gehucht, waarin zich slechts vrouwen, kinderen, en oude mannen bevonden, begon een gewone dag. Rijst werd gewassen, water werd gehaald, kippen werden opgejaagd. De oorlog was nooit ver weg, maar het leven ging door.

Even na zeven uur verschenen helikopters aan de hemel. De bewoners keken op, gewend aan het geluid, niet wetend dat deze dag anders zou zijn dan alle andere. De mannen van Charlie Company – jonge Amerikanen, sommigen net twintig – hadden te horen gekregen dat My Lai een bolwerk van de Viet Cong was. Ze moesten het dorp "schoonmaken". Hun bevelen waren vaag, hun angst echt. In de dagen ervoor waren kameraden door valstrikken gedood. De frustratie was groot. In hun hoofd klonk slechts één boodschap: iedereen hier kon de vijand zijn.


Toen de soldaten het dorp binnentrokken, troffen ze geen strijders aan. Geen wapens. Alleen boeren, vrouwen, kinderen met schalen rijst, ouderen die niet konden vluchten. Toch klonk al snel het eerste schot – en daarna nog één, en nog één. Mensen werden uit hun huizen verjaagd, bijeengedreven in greppels. Wie probeerde te vluchten, werd neergeschoten. Een vrouw schreeuwde, haar kind tegen de borst gedrukt; een oude man greep een gebedsboek. Een meisje van twaalf verborg zich in een waterkruik. Niemand ontkwam. Binnen enkele uren lagen honderden lichamen verspreid door het dorp, tussen kapotgeschoten kookpotten en brandende hutten.

Aan de hemel cirkelden helikopters. Vanuit één ervan keek luitenant Hugh Thompson neer op wat er gebeurde. Wat hij zag, tartte elk begrip: soldaten die schoten op vrouwen met kinderen, op boeren die knielden. Thompson landde zijn helikopter tussen de schutters en de overlevenden, richtte zijn mitrailleur op zijn eigen landgenoten en riep: "Als jullie nog één mens doden, open ik het vuur." Hij redde enkele dorpelingen – vrouwen, kinderen – en vloog ze weg uit de hel die My Lai was geworden.

Tegen de middag was het stil. Alleen rook en vliegen bleven over. De soldaten trokken zich terug. De velden lagen vol met lichamen. Tussen hen een meisje met een gebroken arm, haar gezicht naar de zon, haar ogen open alsof ze nog steeds iets probeerde te begrijpen.

Wat er gebeurd was bleef maanden verborgen. De legerleiding sprak van "een geslaagde operatie". Pas later kwamen foto's naar buiten – van lichamen in greppels, van de vrouwen, van de kinderen. De wereld schrok. De naam My Lai werd een symbool voor de verschrikkingen van de Vietnamoorlog, en voor de vraag hoe ver mensen kunnen gaan als ze het onderscheid tussen vijand en mens verliezen.

Na het gebeuren schreef een Britse dichter, Keith Bosley, een gedicht over de slachting in My Lai. Hij werd geraakt door een foto in het blad Newsweek.


In het gedicht zet Bosley een van de slachtoffers op de foto centraal: een dode vrouw in een greppel, haar benen gespreid, haar handen tussen haar benen om haar ongeboren kind te beschermen.

"Among the twisted, still shapes in that ditch
a swollen female belly and a pair
of naked thighs, the knees high in the air
and parted wide: hands meet and fingers clutch

the place between. This is the pose in which
Western technology has fastened her.
All odourless, thanks to the newspaper:
the flies may move us, but they do not touch.

Here is their Lord: he 'does not own a gun
or keep a fishing rod around the house.'
Who wrote those words is also dangerous.

Without our help, that woman would have given
her child an ugly name to ward off evil
spirits. It is our gods who are too small."

In My Lai confronteert Keith Bosley de lezer met de gruwelijke gevolgen van westerse oorlogvoering en morele hypocrisie. Aan de hand van een schokkend beeld van een vermoorde, zwangere vrouw in een greppel legt hij de ontmenselijking bloot die voortkomt uit technologie, media en religieuze zelfrechtvaardiging. De afstandelijke beschrijving weerspiegelt hoe het Westen oorlog consumeert via geurloze krantenfoto's, zonder werkelijk geraakt te worden. Bosley bekritiseert niet alleen het geweld zelf, maar vooral de ideologische en religieuze arrogantie die het mogelijk maakt: de overtuiging dat westerse waarden superieur zijn. In de bittere slotregel, "It is our gods who are too small", keert hij de koloniale logica om en verklaart dat niet de Vietnamese cultuur, maar juist de westerse beschaving moreel tekortschiet. Het gedicht is daarmee zowel een aanklacht tegen oorlog als een spiegel voor de Westerse ziel.

Ik heb Keith Bosley's gedicht regelmatig behandeld tijdens literatuurlessen aan mijn 6vwo klassen van het Zaanlands Lyceum in Zaandam. Zonder uitzondering waren mijn leerlingen erg onder de indruk, vooral als ik ze de foto uit Newsweek toonde. Ik sloot de les over dit gedicht af met het tonen van fragmenten uit de documentaire Four hours in My Lai, waarin de soldaten geïnterviewd worden die de massamoord pleegden. De documentaire vinden jullie hieronder. Wees gewaarschuwd: er worden gruwelijke zaken getoond en besproken.

Four Hours in My Lai, anatomy of a massacre
a documentary by Yorkshire Television from 1989

Tuesday, 4 November 2025

Joost Prinsen: Ben Ali Libi


Joost Prinsen werd op 9 juni 1942 geboren en overleed op 3 november 2025 op 83-jarige leeftijd. Hij was een Nederlandse acteur, presentator, zanger, schrijver en columnist — een echte duizendpoot in de Nederlandse cultuur.

Prinsen kreeg zijn opleiding aan de toneelschool in Amsterdam en maakte in 1969 zijn debuut in het toneelstuk De Kleine Parade. In de jaren zeventig brak hij door bij het grote publiek met het kinderprogramma De Stratemakeropzeeshow, waarin hij de rol van Erik Engerd speelde. Later volgden onder meer de jeugdserie De Zevensprong en het langlopende programma Het Klokhuis. Hij bedacht en presenteerde het spraakmakende spelprogramma Met het Mes op Tafel. Hij leidde dit programma van 1997 tot 2015.

Prinsen stond bekend om zijn warme stem, zijn gevoel voor taal, en zijn veelzijdigheid. Als zanger werd hij door kenners omschreven als "Nederlands meest onderschatte zanger". In zijn acteerwerk combineerde hij vaak humor met een lichte melancholie — een mix die hem herkenbaar maakte.

Prinsen was bijna vijftig jaar getrouwd met zijn vrouw Emma, die in 2020 overleed. Over haar overlijden schreef hij het boek Na Emma. In het laatste deel van zijn leven werkte hij onder andere samen met oud-nieuwslezeres Noraly Beyer, met wie hij een relatie had. In 2024 maakte hij publiekelijk bekend dat hij aan blaaskanker leed.

Het overlijden van Prinsen werd breed betreurd in Nederland: hij wordt gezien als een icoon in de tv-wereld en een belangrijk figuur voor meerdere generaties. Zijn werk voor kindertelevisie, zijn rol als presentator én zijn schrijftalent hebben diepe sporen nagelaten. Joost Prinsen was een man die met constante kwaliteit en charme zijn publiek wist te raken — in toneel, op televisie, in muziek en op papier. Zijn veelzijdigheid en liefde voor het vak maken dat hij herinnerd zal worden als een iconisch figuur in de Nederlandse cultuur.

Joost Prinsen wist de toeschouwer altijd te emotioneren. Zoals die keer dat hij Ben Ali Libi voordroeg, het hartverscheurend mooie gedicht van Willem Wilmink over de Amsterdamse Joodse goochelaar Michel Velleman, die in 1943 in Sobibor werd vergast.

Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bolsjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In 't concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

In onderstaande YouTube video is te zien hoe Prinsen, gezeten aan zijn schrijftafel, het gedicht voordraagt en tegen het einde volschiet.

Sunday, 2 November 2025

Brothers in Arms

Ik heb twee maal het voorrecht gehad een concert van de Britse rockband Dire Straits bij te wonen, de eerste keer in 1981, de tweede keer in 1983. Beide keren zag ik ze in de Jaap Edenhal in Amsterdam en beide keren was het op 14 juni, mijn geboortedag. Toeval!?


Tijdens het concert in 1983 speelden zij het nummer Brothers in Arms dat zij in het voorgaande jaar hadden geschreven.

Toen Dire Straits in 1985 hun vijfde studioalbum Brothers in Arms uitbrachten, kon niemand vermoeden dat het titelnummer zou uitgroeien tot een van de meest aangrijpende anti-oorlogsliederen uit de moderne muziekgeschiedenis. Geschreven door frontman Mark Knopfler, is Brothers in Arms niet alleen een muzikale afsluiting van een iconisch album, maar ook een emotionele reflectie op de zinloosheid van oorlog, kameraadschap en de menselijke kost van conflict.

Knopfler schreef Brothers in Arms in 1982, tijdens de Falklandoorlog tussen Groot-Brittannië en Argentinië. Hoewel het nummer niet letterlijk over dat conflict gaat, diende de oorlog als inspiratiebron voor de sfeer en thematiek. De tekst wordt gezongen vanuit het perspectief van een stervende soldaat die afscheid neemt van zijn medestrijders — zijn "brothers in arms".

De melancholische toon en sobere poëzie van de tekst vatten de paradox van oorlog samen: het diepe gevoel van verbondenheid tussen soldaten tegenover de tragiek van hun gezamenlijke lot.

"Through these fields of destruction,
baptisms of fire,
I've witnessed your suffering
as the battle raged higher ..."

Muzikaal is Brothers in Arms een meesterwerk van subtiliteit. Het nummer wordt gedragen door Knopflers kenmerkende gitaarspel: warm, expressief en zonder overbodige virtuositeit. Zijn langzame, zangerige toon — bereikt met een Les Paul Standard en een zorgvuldig afgestelde versterker — roept een bijna religieuze rust op.

De productie van het nummer, opgenomen in de legendarische AIR Studios op Montserrat, is helder en atmosferisch. De langzame opbouw, het weidse klanklandschap en de ingetogen drums van Terry Williams versterken het gevoel van eindeloze ruimte — alsof de muziek zelf over een slagveld zweeft.

De kracht van Brothers in Arms ligt in zijn universele boodschap. Het nummer is niet moralistisch of politiek, maar diep menselijk. Het herinnert luisteraars eraan dat oorlog geen glorieuze onderneming is, maar een tragedie waarin mensen — ongeacht kant of overtuiging — hun menselijkheid delen.

Knopfler zelf heeft later gezegd dat het nummer "niet over een specifieke oorlog gaat, maar over de absurditeit dat mensen elkaar blijven bestrijden." Daardoor blijft de tekst actueel, of het nu gaat om de Falklands, Irak, Oekraïne of andere moderne conflicten.

Brothers in Arms werd snel een klassieker. Het nummer sloot niet alleen het album af, maar werd ook gebruikt bij talloze herdenkingen en militaire ceremonies. Tijdens de Golfoorlog en later de herdenkingen van D-Day werd het vaak gespeeld als eerbetoon aan gesneuvelden.

Het nummer werd ook een favoriet tijdens liveoptredens van Dire Straits. De liveversie op On the Night / Live in Rotterdam, Netherlands / 31st May 1992 toont hoe het publiek in stilte luistert, alsof het een collectieve gebedservaring is:


These mist covered mountains
Are a home now for me
But my home is the lowlands
And always will be
Some day you'll return to
Your valleys and your farms
And you'll no longer burn
To be brothers in arms
Through these fields of destruction
Baptisms of fire
I've witnessed your suffering
As the battle raged higher
And though they did hurt me so bad
In the fear and alarm
You did not desert me
My brothers in arms
There's so many different worlds
So many different suns
And we have just one world
But we live in different ones
Now the sun's gone to hell and
The moon riding high
Let me bid you farewell
Every man has to die
But it's written in the starlight
And every line in your palm
We're fools to make war
On our brothers in arms

Veertig jaar na de release blijft Brothers in Arms een van de meest indringende oorlogsballades ooit geschreven. Het is een lied dat troost biedt aan veteranen, waarschuwt voor de herhaling van fouten uit het verleden, en een universeel verlangen naar vrede uitdrukt. Met zijn tijdloze tekst en verstilde schoonheid overstijgt het nummer zijn tijd — een zeldzame combinatie van muzikale perfectie en morele diepgang.

Tot slot wil ik jullie een bijzondere versie van Brothers in Arms laten zien en horen gespeeld en gezongen door The Bands of HM Royal Marines, échte "brothers and sisters in arms" dus. Prachtig!



Meer * More * Más
➽ ajjdebruijnOnderweg / Muziek (Spotify)

Saturday, 1 November 2025

Mijn websites: nieuw op 01.11.2025

Periode 1 september t/m 31 oktober 2025

ajjdebruijnOnderweg

White Nights van Ann Cleeves in 'Boeken'
Het ronden van de boei van Andrea Camilleri in 'Boeken'



The Time in Between van María Dueñas in 'Boeken'
The Safekeep van Yael van der Wouden in 'Boeken'



Stoute schoenen van Bart van Loo in 'Boeken'
De patiënten van dokter García van Almudena Grandes in 'Boeken'



Rond de wereld Flights #176 - #180 in 'FlightSim'

Nadering Bauerfield Airport, Port Vila, Vanuatu

Tracks #15 in 'Muziek'


BGBpix

Tekeningen #71 - #100 in 'Onbegrensd'

Tekening #82

Familiealbum
(alleen met wachtwoord toegankelijk)

35 berichten in 'Familiegeschiedenis: C'est la vie (et la mort)'
50 commentaren in 'Familiegeschiedenis: C'est la vie (et la mort)'
2 foto's in Fotoalbum 2025

Frogs

Pa Rador uit Vic-Sau, Spanje


Marijas

"Dakloze" uit 2012

Een citaat: "Bij Bleek en Berg ging de klim me makkelijk af en daarna kun je een stukje freewheelen. Ik zag iets vreemds in de berm. Een felgroene voddebaal. Of een grote groene tas? Er staken twee benen onderuit, in spijkerbroek en wandelschoenen. Een romp zag ik zo gauw niet. Ik had in mijn remmen geknepen voor ik er erg in had, stapte af en ja ... Er lag (roerloos) iemand in een dikke jas en nee … dit is niet het begin van een Krimi."

Shakespeare en ik

Shakespeare's Tomb in 'Verhalen'
The First Folio in 'Verhalen'

Great Shakespeare Actors van Stanley Wells in 'Boeken'


Staaffoto

Pa Stavenuiter varend in Hem
foto uit 1949



Meer * More * Más
➽ Homepage