Wednesday, 12 November 2025

Van Doesburg in Drachten

Een bijdrage van gastblogger Marcel de Bruijn

Soms komt er een project op je pad dat alles samenbrengt: vakmanschap, geschiedenis, persoonlijke fascinatie en een vleugje magie. Voor mij was dat het moment in 2019 waarop ik werd gevraagd replica's te maken van de beroemde glas-in-loodramen van Theo van Doesburg — een opdracht die me dichter bij mijn favoriete kunststroming bracht dan ik ooit had durven dromen.

Het begon allemaal met een bezoek aan museum Dr8888 in Drachten in het voorjaar van 2019. Ik was daar uit pure interesse, aangetrokken door de collectie rond De Stijl. De Stijl, met zijn strakke lijnen, primaire kleuren en radicale eenvoud, heeft me altijd gefascineerd. Drachten heeft een bijzondere connectie met deze stroming: in oktober 1920 kreeg Theo van Doesburg van gemeentearchitect Cornelis Rienks de Boer de opdracht om glas-in-loodramen te ontwerpen voor de nieuwe Rijkslandbouwwinterschool aan de Torenstraat. De Boer ontwierp het gebouw en schakelde Van Doesburg in voor een totaalconcept: naast de ramen ontwierp hij ook het kleurenschema voor het interieur met secundaire kleuren als oranje, violet en groen. Voor de omliggende middenstandswoningen in de Papegaaienbuurt adviseerde hij gevelkleuren in primaire tinten — rood, geel en blauw — waarmee architectuur en kleurgebruik volledig werden geïntegreerd in de geest van De Stijl.

De glas-in-loodramen die Van Doesburg ontwierp — bekend als De Grote Pastorale en De Kleine Pastorale — verbeelden gestileerde scènes van landarbeid: spitten, zaaien, maaien en rooien. Ze waren specifiek bedoeld voor deze school en vormden een visuele ode aan het agrarische onderwijs. Het grote raam bevond zich boven de hoofdingang aan de Torenstraat, het kleinere aan de Houtlaan. Inmiddels zijn de ramen niet meer publiek toegankelijk, want het gebouw is nu een woning.

Klik of tik op een foto om deze te vergroten.

Het museum wilde ze echter opnieuw tot leven brengen — en daar kwam ik in beeld. Tijdens mijn bezoek raakte ik in gesprek met medewerkers van het museum. Mijn enthousiasme voor De Stijl en mijn ervaring als glazenier sloegen aan. Al snel ontstond het idee om de ramen te reconstrueren in de geest van het televisieprogramma Het Geheim van de Meester: zorgvuldig onderzoek doen naar het origineel en vervolgens een replica maken die tot in detail klopt. Een droomopdracht.

De eerste stap was het bestuderen van de originele ramen. Samen met de curator onderzocht ik in de zomer van 2019 de glas-in-loodpanelen in de voormalige landbouwschool. We ontdekten verrassende verschillen met de ontwerptekeningen — zelfs enkele restauratiefouten. De huidige bewoner keek verbaasd toe: hij had die details nooit eerder opgemerkt. Voor mij was het een moment van kippenvel. Ik kende de ramen al uit boeken en had er in 2016 twee in verkleinde vorm nagemaakt, maar om er nu echt voor te staan, in al hun glorie … dat was indrukwekkend.


Daarna begon de zoektocht naar het juiste glas. In augustus 2019 bezocht ik glashandel Fenix in Hilvarenbeek. Veel kleuren en structuren zijn niet meer leverbaar; sommige fabrieken zijn zelfs gestopt met de productie van gekleurd glas. Toch slaagden we erin monsters te vinden die dicht bij het origineel kwamen. Terug in Drachten bleek dat we raak hadden geschoten. Het museum besloot ondanks de hogere kosten te kiezen voor traditioneel met de mond geblazen glas; een keuze voor kwaliteit en authenticiteit.


In september 2019 mat ik de ramen nauwkeurig op en maakte werktekeningen. Van sommige ramen bestaan geen Nederlandse ontwerptekeningen meer — die hangen in musea in Duitsland zoals het Bauhaus-Archiv in Berlijn. Door alles zelf op te meten kon ik de snijmaten exact bepalen. Het glas werd besteld bij een Duitse fabrikant, die op basis van onze monsters de best passende platen selecteerde. Sommige platen kostten €320 per stuk (exclusief btw), dus snijden vereiste opperste concentratie. Mijn motto: niet twijfelen, gewoon snijden.


De replica's waren in november 2019 te zien tijdens de Bauhaus-tentoonstelling in museum Dr8888. Een passende plek, want Van Doesburg had nauwe banden met Bauhaus. In 1921 gaf hij avondlessen in Weimar, Duitsland, al werd hij er door zijn eigenzinnige karakter nooit officieel docent. Toch drukte hij zijn stempel op deze invloedrijke opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten, die in 1919 werd opgericht door de Duitse architect Walter Gropius, die ervan overtuigd was dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden en dat dat uiteindelijk zou leiden tot een betere wereld.


Voor mij was dit project meer dan een technische uitdaging. Het is een eerbetoon aan een kunstenaar die me inspireert, een kans om mijn ambacht te verbinden met kunstgeschiedenis, en een manier om iets blijvends te creëren. Zo dicht bij De Stijl ben ik nog nooit geweest — en misschien kom ik er ook nooit meer zo dichtbij.


De ramen zijn nog steeds opgenomen in de vaste collectie van het museum. Ze gaan een prominente rol krijgen in de uitbreiding van het museum die binnenkort van start gaat.


Van het maakproces van de reproductie van de glas in lood ramen van De Grote Pastorale van Theo van Doesburg maakte mijn schoonzoon Gregory Asmawidjaja onderstaande video.

No comments:

Post a Comment