El poeta habla por teléfono con el amor
un poema de Federico García Lorca
"Tu voz regó la duna de mi pecho
en la dulce cabina de madera.
Por el sur de mis pies fue primavera
y al norte de mi frente flor de helecho.
Pino de luz por el espacio estrecho
cantó sin alborada y sementera
y mi llanto prendió por vez primera
coronas de esperanza por el techo.
Dulce y lejana voz por mí vertida.
Dulce y lejana voz por mí gustada.
Lejana y dulce voz amortecida.
Lejana como oscura corza herida.
Dulce como un sollozo en la nevada.
¡Lejana y dulce en tuétano metida!"
Federico García Lorca (1898–1936) wordt beschouwd als een van de grootste Spaanse dichters en toneelschrijvers van de 20e eeuw. Hij werd geboren in Fuente Vaqueros, in Andalusië, en groeide op in een landelijk gebied dat hem sterk beïnvloedde. Lorca's werk weerspiegelt vaak de rijke volkscultuur van Andalusië, met thema's als liefde, dood, natuur, verlangen en het tragische lot van de mens. Tijdens zijn studies in Granada en later in Madrid kwam hij in contact met andere vernieuwende kunstenaars, waaronder Salvador Dalí en Luis Buñuel. Samen maakten zij deel uit van de avant-gardebeweging van de Generatie van '27, die traditionele poëzie en kunst vernieuwde door invloeden uit het surrealisme, symbolisme en folklore. Zijn beroemdste werken zijn onder meer de poëziebundels Romancero Gitano (1928) en Poeta en Nueva York (1930), en toneelstukken als Bodas de Sangre (1933), Yerma (1934) en La Casa de Bernarda Alba (1936). Lorca werd in 1936 tijdens de Spaanse Burgeroorlog door nationalistische troepen geëxecuteerd, waarschijnlijk vanwege zijn linkse politieke overtuigingen en zijn openlijke homoseksualiteit. Zijn dood maakte hem tot een symbool van de strijd voor vrijheid en artistieke expressie.
Het gedicht El Poeta habla por teléfono con el amor behoort tot de bundel Sonetos del amor oscuro (geschreven ca. 1935, postuum openbaar gemaakt begin jaren tachtig). In dit specifieke gedicht wordt de liefde neergezet als iets ongrijpbaars, dat zich niet eenvoudig laat vangen in woorden of menselijke structuren. Het beeld van de telefoon, een modern communicatiemiddel in de jaren '30, staat symbool voor afstand, verlangen en gemis. Het gesprek met 'de liefde' verloopt niet natuurlijk: er ontstaat juist een gevoel van vervreemding, alsof de dichter een stem probeert te bereiken die tegelijk intiem en onbereikbaar is. Lorca maakt gebruik van hallucinante beelden: natuur, nachtmotieven en lichamelijke symboliek vloeien door elkaar. Het gedicht balanceert tussen het persoonlijke en het universele: de liefde wordt voorgesteld als een kracht die zowel leven kan schenken als lijden kan veroorzaken.
El Poeta habla por teléfono con el amor is een typisch voorbeeld van Lorca’s latere poëzie: experimenteel, vervreemdend en universeel. Het toont hoe hij traditionele thema's als liefde en verlangen weet te transformeren in moderne, complexe poëzie. De liefde wordt niet meer bezongen in romantische termen, maar wordt een gesprekspartner die tegelijk aanwezig en onbereikbaar is. Het gedicht weerspiegelt bovendien Lorca's persoonlijke worstelingen met liefde, intimiteit en identiteit. In die zin is het niet alleen een kunstwerk, maar ook een sleutel tot het begrijpen van zijn innerlijke wereld.
Het is een klassiek sonnet met twee kwatrijnen en twee terzinen. Het rijmschema is abba/abba/cdc/cdc (opvallend symmetrisch in de terzinen). De volta ligt rond regel 9: van buitenwereld (telefoonsituatie) naar innerlijke resonantie.
Ik heb geen goede Nederlandse vertaling van het gedicht kunnen vinden. Ik kan natuurlijk zelf een poging wagen het letterlijk te vertalen, maar dat doet mijns inziens afbreuk aan de literaire waarde van het gedicht. Ik ben geen dichter. Ik vond wel een mooie vertaling in het Engels. De vertaler geeft het sonnet de titel The poet talks on the phone with his beloved; 'zijn' geliefde i.p.v. 'de' liefde. Er valt iets te zeggen voor deze benadering; het maakt het gedicht directer en makkelijker te interpreteren.
"Your voice watered the sand dune of my chest
inside the wondrous phone booth made of wood.
South of my feet a place for spring to rest,
north of my brow a ferny blossom stood.
A pine of light there in the narrow space
sang without dawning or a seeded field,
and my lament, for the first time, was face
to face with crowns of hope a roof revealed.
A soft and distant voice poured over me.
A soft and distant voice I loved to hear.
Remote and tender voice and almost dead.
Remote like the dark wounded fallow deer.
Soft like a sobbing where a snowfall spread.
Remote, soft, placed in marrow quietly!"
vertaling van Willis Barnstone
Meer * More * Más
➽ ajjdebruijnOnderweg / Boeken