Tuesday, 9 December 2025

Time won't tell

If I Could Tell You (1940)
van
W.H. Auden
(1907, York, VK - 1973, Wenen, Oostenrijk)

Time will say nothing but I told you so,
Time only knows the price we have to pay;
If I could tell you I would let you know.

If we should weep when clowns put on their show,
If we should stumble when musicians play,
Time will say nothing but I told you so.

There are no fortunes to be told, although,
Because I love you more than I can say,
If I could tell you I would let you know.

The winds must come from somewhere when they blow,
There must be reasons why the leaves decay;
Time will say nothing but I told you so.

Perhaps the roses really want to grow,
The vision seriously intends to stay;
If I could tell you I would let you know.

Suppose the lions all get up and go,
And all the brooks and soldiers run away;
Will Time say nothing but I told you so?
If I could tell you I would let you know.

In deze video leest de dichter zelf het gedicht voor.


If I Could Tell You is een villanelle die draait om onzekerheid, tijd en het menselijk verlangen naar duidelijkheid. De villanelle is een vaste dichtvorm met herhalende regels, en juist die herhalingen versterken de boodschap van het gedicht: sommige vragen blijven terugkomen, maar echte antwoorden krijgen we niet.

Het gedicht gaat over het idee dat mensen niet weten wat er gaat gebeuren en dat we vaak geen grip hebben op de betekenis van gebeurtenissen. De spreker richt zich tot iemand die hem dierbaar is en herhaalt steeds dat hij die persoon graag duidelijkheid zou geven als hij dat kon, maar dat hij de toekomst evenmin begrijpt. De terugkerende regel "If I could tell you I would let you know" benadrukt telkens opnieuw dit onvermogen om zekerheid te bieden.

Auden laat Tijd optreden als een soort stille, mysterieuze kracht. In de eerste regel zegt hij: "Time will say nothing but I told you so." Daarmee bedoelt hij dat Tijd niets uitlegt op het moment zelf. Pas achteraf lijkt het alsof Tijd "wist" wat er zou gebeuren, maar terwijl we leven laat Tijd ons volledig in het ongewisse. Ook wanneer hij schrijft dat alleen Tijd "de prijs weet die wij moeten betalen", laat hij zien dat wij geen idee hebben welke gevolgen onze keuzes zullen hebben, terwijl Tijd dat wel lijkt te weten maar het niet met ons deelt.

Het gedicht geeft verschillende voorbeelden van hoe onverwacht het leven kan verlopen. In een strofe zegt Auden dat we misschien huilen wanneer clowns hun show opvoeren, terwijl clowns normaal bedoeld zijn om ons aan het lachen te maken. Ook zouden we kunnen struikelen op het moment dat muzikanten muziek maken, een moment dat juist harmonie en regelmaat suggereert. Deze voorbeelden tonen hoe onze emoties en ons gedrag soms helemaal niet passen bij de situatie, alsof we door onzichtbare krachten worden beïnvloed.

Later in het gedicht komen er nog andere voorbeelden van onvoorspelbaarheid. Auden schrijft dat de wind ergens vandaan moet komen en dat er redenen moeten zijn waarom bladeren vergaan, maar dat wij die redenen niet kennen. Daarmee zegt hij dat er wel een logica achter de wereld lijkt te bestaan, maar dat die voor ons verborgen blijft. Hij gaat nog verder door te verbeelden dat zelfs grote en sterke dieren, zoals leeuwen, ineens kunnen opstaan en verdwijnen, of dat beekjes en zelfs soldaten zouden kunnen weglopen. Het zijn overdreven beelden, maar ze maken duidelijk dat niets in het leven volledig vaststaat: zelfs dat wat krachtig, trouw of natuurlijk lijkt, kan veranderen of verdwijnen.

In een andere strofe stelt Auden zich voor dat rozen misschien "willen groeien" en dat een visioen "wil blijven". Dat zijn speelse, bijna fantasierijke gedachten, maar ze raken een belangrijke vraag: is er misschien toch een bedoeling achter alles? Heeft de wereld een soort innerlijke drang of betekenis? Auden geeft geen antwoord; in plaats daarvan herhaalt hij opnieuw dat hij het niet weet en dat hij het zou zeggen als hij het wist. Hiermee toont hij aan dat mensen vaak verlangen naar betekenis, maar dat we er niet zeker van kunnen zijn dat die betekenis er is.


Uiteindelijk is If I Could Tell You een gedicht over leven met onzekerheid. We willen graag begrijpen waarom dingen gebeuren, maar vaak kunnen we dat niet. Auden laat zien dat dit geen persoonlijke mislukking is, maar een menselijk gegeven. Wat we wél kunnen doen, is aandachtig leven en openstaan voor wat Tijd ons — misschien — ooit duidelijk maakt.

Als ik het wist

De Tijd houdt zijn mond, als ik je vertel
Dat Tijd slechts de prijs kent van ons bestaan;
Zou ik het weten, dan zei ik het wel.

Als wij moeten huilen door clowns met hun spel,
Als wij door muziek aan het struikelen gaan,
Houdt Tijd zijn mond, als ik het vertel.

Er zijn geen verhalenvertellers, hoewel
Ik meer van je hou dan er woorden bestaan,
Zou ik ze weten, dan zei ik het wel.

Van ergens ver weg blaast de wind zo fel
Er is een reden dat bladeren vergaan;
Tijd houdt zijn mond, als ik het vertel.

Misschien groeien rozen liever heel snel
En wil een droombeeld blijven bestaan;
Zou ik het weten, dan zei ik het wel.

Stel: leeuwen gaan ervandoor, en stel
't Leger loopt over, de vloed komt eraan;
Houdt Tijd dan zijn mond, als ik het vertel?
Zou ik het weten, dan zei ik het wel.
vertaling van Arie van der Krogt